|
|
NIEUWS NOUVELLES NEWS |
|
|
Baggerbedrijf DEME dient klacht in tegen Jan De Nul voor “onrechtmatig bewijs” in omkopingsdossier
Gisteren om 18:42 DEME haalde de opdracht binnen via zijn Russische joint venture Mordraga, maar De Nul had vermoedens dat er een belangenconflict was met een tussenpersoon. Het onderzoek van het parket Oost-Vlaanderen startte in 2016 na een strafklacht van Jan De Nul. In huiszoekingsbevelen van de FBI, die in 2018 ingeschakeld werd om e-mailadressen van verdachten te onderzoeken, werd de omkoopaffaire uit de doeken gedaan. Spilfiguur was volgens het gerecht Sofia M.-N., een ex-werknemer van DEME die een eigen consultancybedrijf was gestart in 2012. Haar Belgische bedrijf kreeg door DEME officieel 175.000 euro betaald als consultant. Uit het onderzoek bleek echter dat de vrouw, een Belgische van Bulgaarse origine, 4.188.000 euro smeergeld kreeg via schermvennootschappen in Cyprus en Panama gelinkt aan DEME. Ook een tegenhanger bij USK Most kreeg hetzelfde bedrag, en beide personen zouden via fraude en omkoping de toekenning van de opdracht aan DEME geregeld hebben. Volgens de speurders waren de toenmalige DEME-CEO Alain Bernard en drie andere personen binnen het bedrijf rechtstreeks betrokken bij het misdrijf. De zaak werd woensdag ingeleid voor de correctionele rechtbank, maar de verdediging van DEME kaartte onmiddellijk een procedureel element aan. “De e-mails zijn de olifant in de kamer”, zei advocaat John Maes. “Die zijn bijgebracht door de burgerlijke partij De Nul, volgens hen via ‘een gunstige wind’. Het gaat om onrechtmatig verkregen bewijs. Het inschakelen van de FBI was gewoon een vraag om daar rechtmatig verkregen bewijs van te maken, om dat wit te wassen.” Maes bevestigde dat DEME, in 2021 al, een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen Jan De Nul, omdat het bewijsmateriaal onrechtmatig verkregen zou zijn. “De klacht (bij de onderzoeksrechter in Mechelen, red.) loopt nog maar zit in een eindfase.” Ook andere advocaten van de vennootschappen rond DEME stelden de rechtmatigheid van het bewijsmateriaal in vraag, maar het openbaar ministerie wees het procedure-element af. “Het verhaal dat men opdiept is niet nieuw”, zei de advocaat van De Nul. “Dat stuk is niet nieuw en de onderzoeksrechter en de KI hebben al geoordeeld dat het een vertragingsmanoeuvre was.” De rechtbank besliste dat ze over het bewijsmateriaal zal oordelen samen met de grond van de zaak, maar ze is daar nog niet toe in staat omdat een USB-stick en een harde schijf met gegevens nog niet gelezen konden worden. Op 15 november gaat de zaak verder en moet duidelijk worden of de twee gegevensdrager uitleesbaar zijn, en dan pas worden conclusietermijnen afgesproken. Het dossier zal pas in 2024 gepleit worden.De advocaten van alle partijen gaven na afloop geen commentaar. DEME en De Nul clashten eerder al voor de rechtbank in andere dossiers, maar werken intussen ook samen in het Belgische consortium TM EDISON voor de bouw van het kunstmatig energie-eiland Prinses Elisabeth voor de Belgische kust. Bron : nieuwsblad.be
|
LMB-BML 2007 Webmaster & designer: Cmdt. André Jehaes - email andre.jehaes@lmb-bml.be
|
|
|
|
![]() |
![]() |